maandag 26 december 2011

Vliegangst




       Onze vlucht naar LAX met een DC 10 zou pas laat, tegen middernacht, uit AMS vertrekken. Eenmaal aan elkaar voorgesteld ging de cabinebemanning  luisteren naar de briefing van de purser. We kregen de gebruikelijke mededelingen over indelingsposities, vliegtijd, bijzonderheden over, en de aantallen van de passagiers, maaltijden en de zaken aangaande de flight safety. N.a.v. de laatste begon hij ineens een verhaal te vertellen over die keer toen hij in Nairobi getuige was geweest van de crash met de Lufthansa B747. Hij had daar de afgelopen nacht over gedroomd en in de loop van de dag had hem een steeds sterker wordend gevoel van naderend onheil bekropen. Hij wilde ons niet bang maken, maar na de recente ongelukken van de DC 10 in Chicago en die boven Antarctica was hij toch beginnen te twijfelen aan de veiligheid van het vliegtuig.
       De kist zat helemaal vol en we gingen precies op tijd van de startblokken. Eenmaal aan de take-off begonnen leek het wel, door het maximale startgewicht, een eeuwigheid te duren voor we de lucht ingingen. We waren net los van de grond toen we een enorme harde klap hoorden en door de rechter crewdeurraampjes, die helaas hoog boven onze hoofden zaten zodat we buiten niets konden zien, ontwaarden we een felrode gloed. Mijn eerste reactie was : we vliegen nog, dus bleef ik rustig zitten en wachtte af.
De collega die op het klapbankje tegenover me zat, begon breeduit te glimlachen. Ik vroeg haar wat er te lachen viel.
Ze zat met haar gezicht naar de passagiers toegekeerd en zei nauwelijks hoorbaar : "Alle passagiers zijn opgestaan", maar haar geglimlach werd teniet gedaan door de purser, die luid "stall, stall " begon te roepen. Hij maakte zijn riemen los, stond op, en wilde naar de cockpit gaan. Omdat ik van een eerder incident had geleerd, dat in een dergelijk geval er juist niet naar de cockpit moet worden gegaan, omdat de crew het daar dan veel te druk heeft, probeerde ik hem tegen te houden. Hij luisterde niet en een paar collega's en ik probeerden hem gerust te stellen en verzekerden hem, dat we gewoon vlogen en dat de gezagvoerder ons, en de passagiers, zou vertellen wat er aan de hand was zodra hij daarvoor de tijd zou hebben. De purser stribbelde tegen en bleef "stall, stall'', roepen, alsof dat hielp.
       Gelukkig hoefden we niet lang te wachten op een telefoontje uit de cockpit, waarin ons werd uitgelegd, dat we inderdaad een 'stall' hadden gehad in motor 3 en dat we nu op twee motoren terug zouden keren naar AMS, maar vanwege de volle kerosinetanks eerst brandstof gingen dumpen in de Noordzee, wat een paar uur in beslag zou nemen. Ze stelden voor dat we met onze service zouden beginnen. Het zou bovendien een geruststelling voor de passagiers zijn als ze zagen dat we gewoon aan het werk gingen. Daarna informeerde de gezagvoerder de passagiers over de stand van zaken..
       Die waren, evenals de purser, er niet helemaal van overtuigd dat alles inderdaad wel zo in orde was als de gezagvoerder beweerde, maar de meesten lieten zich door ons overhalen om toch maar wat te eten en te drinken. De purser bleef in een shock op zijn 'station' zitten en de assistent-purser moest zijn taken overnemen.
       Na een paar uur stonden we, in het holst van de nacht, weer aan dezelfde gate vanwaar we vertrokken waren. De deur was nog niet open of de purser rende, als eerste, alsof de duivel hem op de hielen zat, van boord. Hij liet het aan de rest van de bemanning over om de honderden passagiers op te vangen, die in de verschillende hotels op en rond het vliegveld moesten worden ondergebracht. Wijzelf werden, nadat alle passagiers verdwenen waren, naar het Sheraton Hotel op Schiphol vervoerd, omdat we met dezelfde machine, zodra motor 3 vervangen was, alsnog naar LAX zouden gaan vliegen.
       Hoewel de meeste passagiers die nacht hadden gezworen nooit meer in een DC 10 te zullen stappen, waren ze acht uur later, bijna allemaal weer aanwezig, evenals, tot onze grote verbazing, de purser die de nacht thuis had doorgebracht. Daar moet achter de schermen, door de bazen van de verschillende vliegdivisies, over gesproken zijn, maar wij namen aan dat onze gezagvoerder hem weer geaccepteerd heeft. Ons werd niets meegedeeld.
 De purser zelf deed net alsof er niets aan de hand was geweest, maar ons vertrouwen in, en respect voor, hem was volkomen verdwenen. Bovendien vroegen we ons af of, als één van ons zoals hij zou hebben gereageerd, zij/hij ook zo coulant zou worden behandeld en niet wegens verregaande ongeschiktheid op non-actief zou zijn gesteld of zelfs ontslagen. Hij had gewoon geluk gehad dat hij, toevallig, een paar hele ervaren collega's om zich heen had gehad.
      Gelukkig kwamen we, zonder verdere problemen, veilig in LAX aan.
      De purser ? Die heeft gewoon doorgevlogen tot zijn pensioen.

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in het boek `Luchtvaartverhalen´, samengesteld door Aart van Wijk

Geen opmerkingen: