maandag 19 december 2011

Bemanningslid

BEMANNINGSLID

Ik werd langzaam wakker van dringend getik op een raam. Daar, daar hoorde ik het weer..! Ik probeerde me te herinneren waar ik was. Ik rook de vage petroleumlucht van insecticide, die me terugbracht in mijn kamer van het Midway House te Karachi. Op de tast vond ik het lichtknopje. Mijn reiswekkertje gaf drie uur in de nacht aan. Ik trok mijn kimono aan, liep naar de deur en keek vanachter het gordijn naar wie daar zo hinderlijk stond te tikken. Hè, de bearer? Dat kon toch niet, het was toch morgennacht pas calling-time? Ik deed de deur open en zei tegen hem dat hij zich vergiste. Maar hij luisterde niet. " Quick, memsahib, you come." Ik snapte niet wat hij bedoelde, maar hij bleef die woorden maar, met een zekere urgentie, herhalen. Zou er misschien iets ernstigs met iemand van de bemanning aan de hand zijn ? Ik moest denken aan een paar jaar geleden toen ik ook geroepen was omdat een stewardess met zelfmoordplannen over de gangen had rondgezworven.
Zuchtend trok ik mijn slippers aan en volgde hem op de galerij naar een paar deuren verderop. De bearer bleef staan en wees naar binnen. De gordijnen waren wijd opengeschoven, de lichten aan en de deur stond op een kier. In één oogopslag zag ik het bed met daarop de purser, spiernaakt, met zijn hand stevig om zijn geslachtsdeel geklemd. Hij draaide zijn gezicht naar me toe en keek me van onder halfgeloken oogleden aan.
Ik draaide me om en liep weg. Moest ik, Gvd, voor zoiets uit mijn slaap gehaald worden ? Terug op mijn kamer vloekte ik nog een tijdje door. Ik zat met de vraag waarom hij uitgerekend mìj had laten roepen. Ik piekerde me suf maar kon geen enkele reden vinden, behalve dan dat ik een vage afkeer voor hem voelde en daarom altijd zo ver mogelijk uit zijn buurt was gebleven. Had hij dat opgemerkt en wilde me op deze manier een lesje leren? Of had hij zijn exhibitionistische fantasieën op mij botgevierd ? Was mijn gezicht voor zijn raam wel bevredigend genoeg voor hem geweest?
Tegen de ochtend kwam ik tot de conclusie, dat wat hij ook voor motieven voor zijn actie had gehad, hij daarin geslaagd was:
a) ik had die nacht niet meer kunnen slapen van boosheid en
b) hij had, voor mij, in zijn eentje aan het woord 'bemanningslid' of 'crewmember' een geheel nieuwe betekenis gegeven. Voortaan als ik die woorden hoorde of zag dacht ik aan die hand. Gelukkig maar dat niemand dat aan me kon zien.

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in "Luchtvaartverhalen" samengesteld door Aart van Wijk

Geen opmerkingen: