maandag 19 december 2011

Blaffende hond

BLAFFENDE HOND.

"Kef, kef, kef...!!" Ik zat met de purser en de AP, ( eind 1969) in een restaurant in Tokyo te eten, toen we plotseling luid geblaf hoorden. Het bedienend personeel hield onmiddellijk op met zijn werkzaamheden en ging de hond zoeken. Onder grote hilariteit van de aanwezigen werd gekeken in alle hoeken en gaten en zelfs onder iedere tafel, maar er was nergens een hond te bekennen. Net toen ze hun zoektocht hadden gestaakt en iedereen weer aan het werk was gegaan, klonk het weer, deze keer wat dringender..."kef, kef, kefkefkef...!!!!!!" Wel allemachtig, ze raakten in totale verwarring. Dat kon toch niet, dat er in dit elegante etablissement, waar keurige whisky-drinkende zakenlieden die geëntertaind werden door hostessen, ( de gerant had bij onze binnenkomst aan mijn mannelijke begeleiders gevraagd of ze misschien een 'hostess' wilden bestellen ?"Nee," hadden de heren geantwoord,"we hebben onze eigen hostess bij ons !" Hij boog diep, maar het was duidelijk dat dat niet de bedoeling was !) zich ergens een hond had verstopt ?
Identieke taferelen speelden zich voor onze ogen af, uiteraard zonder resultaat.
Toen de AP, want hij was het die het gekef van de hond had geïmiteerd, aanstalten maakte om voor de derde keer zijn kunstje uit te halen, zeiden de purser en ik dat het zo wel mooi was geweest. We rekenden snel af en gingen er vandoor, voordat ze erachter zouden komen waar de hond al die tijd gezeten had. Je weet maar nooit of je te maken had met de Yakuza, de Tokyose maffia !

Ik kwam er later achter dat dit incident niet op zichzelf had gestaan, want het bleek dat deze AP het als zijn levenstaak zag om overal en nergens zijn blafkunstje te vertonen. In hotels, openbaar vervoer, disco's, strand, bemanningencentrum, noem maar op, overal waar hìj was hoorde je dat schelle geblaf; "kef, kef, kef...!!" met dezelfde resultaten als in het Tokyose restaurant. Als je het voor de eerste keer hoort is het misschien nog wel aardig, echter ik begon dat geblaf, op den duur, behoorlijk irritant te vinden.
Jaren later waren we eens samen ingedeeld op een lange reis, hij was de purser en ik de AP op die vlucht. Aan boord hoorde ik hem onafgebroken keffen: tijdens het in-en uitstappen, tijdens het uitdelen van de maaltijden en zelfs door het PAS. Na dat een paar trajecten te hebben aangehoord, kreeg ik er plotseling schoon genoeg van. Op een rustig moment vertelde ik hem, dat ik zijn gedrag onvolwassen en onprofessioneel vond en dat hij, naar mijn mening, met dat geblaf op moest houden. Wilde hij blaffen ? OK, maar dan wel in zijn eigen tijd !
Hij reageerde verbaasd, dat was toch leuk, een beetje afleiding voor de mensen ? Jawel, maar hij was niet aan boord om te entertainen...
Hìj vond mij kinderachtig; het geblaf hield echter, vanaf dat gesprek, wel op.
Ik weet niet of hij de rest van zijn carrière gewoon verder heeft geblaft, maar wij hadden in ieder geval, de rest van de reis, geen hond meer aan hem!

Dit verhaal is eerder gepuliceerd in het boek "Luchtvaartverhalen" , samengesteld door Aart van Wijk

Geen opmerkingen: