zondag 5 december 2010

bemanning tussen de schapen
























De door de ondergaande zon gekleurde wolken werden door een harde wind voortgedreven en vanuit de boom waaronder ik stond kwam het exotische gekwetter van honderden parkieten. Hier op deze heuvel, ergens in de outback van 'Down Under', bestond de rest van de wereld even niet meer en had ik wel voor eeuwig willen blijven staan.
Helaas, toen het donker werd moest ik wel terug. Ik rende ( door het overvloedige eten was ik maar gaan hardlopen om dat volle gevoel kwijt te raken,) met tegenzin terug naar de farm waar we met vijf bemanningsleden een paar dagen geleden, vanuit Sydney, naartoe waren gereisd. Onderweg zag ik de silhouetten van boer Struan, Willem en Carolien op hun paarden, die een kudde koeien aan het opdrijven waren en, tegen de horizon, Hans, haast zwevend over de hobbels in de weg: een vliegend figuurtje op een motor met zijn blonde haar achter zich aan stromend.














We hadden de afgelopen dagen doorgebracht met het kijken naar de manier waarop de schapen werden geschoren, de koeien opgedreven en de kalfjes, de kippen en de ezeltjes gevoerd.
Als uitstapje hadden we, in een bos op een uitstekend rotsblok gezeten met uitzicht over een prachtige vallei. Pat, de vrouw van Struan had een lekkere picknick voor ons bereid en de bekende Lindemans wijn' in a 5 quart carton' ontbrak natuurlijk ook niet. Onderweg, lopend op het bospad, waren we verrast door een overstekende' Skippy' . Geinig hadden we dat gevonden ! Zo kreeg je vanzelf een Australië-gevoel !

In het woonvertrek van de farm stond een krakkemikkige piano met een honkey-tonk geluid, waar ik, gelukkig, zeker drie uur per dag achter zat. Ik speelde de klassieke stukken waarvan ik het bladpapier had gevonden, maar ook wel songs van de Beatles. Iedereen vond het prachtig, vooral de 1e Arabesque van Debussy, die ik uit mijn hoofd speelde.
Vóór het eten, dat door Pat bereid werd ( zij had een Cordon Bleu-opleiding gedaan) zaten we met een glaasje wijn voor de open haard te genieten. Daarna aten we schapenbout, of schapenribstuk, of schapenfilet,( ja wat anders op een schapenfarm ? ) met nog wat meer wijn.
Daarna werd er gepraat, vooral héél véél gepraat, soms tot in de kleine uurtjes. Tjonge, er was nogal veel trouble op de farm! Daarna sliepen we met zijn vijfen op één kamer ! Wel zo gezellig, want het was behoorlijk koud in de Australische winternacht !

De laatste avond van ons verblijf waren we uitgenodigd om met Struan mee te gaan naar een bijeenkomst van de Rotary Club in zijn dorpje, dat een aantal mijlen verderop lag. De aanwezige boeren vonden het wel interessant! Een airline-crew in hun midden, dat gebeurde maar 1 x in hun leven...!
Ieder van ons moest een voordracht houden over ons werk en ons leven. Ik was daar heen gegaan als Texas Jane, compleet in cowboy-outfit, dus dat moest ik wel op de één of andere manier verbinden met mijn werk. Het was wel gezellig hoor, maar ik moest er niet aan denken dat ik hier zou moeten wonen, wat zou ik me vreselijk vervelen !
























Op de terugweg, reden we in onze gehuurde auto langs een wijnproeverij. Mmmm...Jammer dat we niet meer flessen konden meenemen dan we konden dragen. Tenslotte moesten we ook nog met de trein.

Na vier dagen op de farm te hebben doorgebracht kwamen we weer, een aantal ervaringen rijker, terug in de bewoonde wereld! We realiseerden ons voor de zoveelste keer wat een fijne baan we eigenlijk hadden, want zouden we zelf boer(in) zoals Struan en Pat willen zijn ver weg van de 'beschaving', met als enig gezelschap de dieren? We waren het met elkaar eens : niet voor ons, dankjewel !