vrijdag 21 december 2007

My Way




















In 1968, toen ik ging vliegen werd er een nieuw type stewardess gïntroduceerd: de zgn. SAR ( allround stewardess).
Vóór 1968 deden de stewardessen niets in de pantry, dat was het domein van de hofmeesters. Maar met de komst van een nieuw type vliegtuig, de verlengde DC 8 ( DC 8-63), door de bemanning 'lange-8' gedoopt, was er plaats voor een extra stewardess, die voorin het vliegtuig haar eigen cabine had, met haar eigen keuken, zodat ze het werk van de hofmeester met die van de stewardess combineerde . In het eerste jaar vloog de 'lange-8' alleen op Noord Atlantische vluchten, zoals Montreal en New York.
Normaal werden we ingezet op Europese vluchten, maar zo nu en dan stond er Montreal of New York op ons indelingskaartje en dan was het natuurlijk feest.
In New York kwam ik er al snel achter dat het de gewoonte van de bemanning was, om onmiddellijk na het aankomen in het hotel ( Edison), te douchen, om te kleden en dan naar "Jimmy's Bar" te gaan, om de hoek van de 47ste St. op de 8ste Ave, voor de crewborrel. Die bar was nog lekker ouderwets. Er stond een jukebox in de hoek en als je doorliep moest je door van die halve klapdeurtjes, die je vaak op western-films ziet, waarachter zich een soort eetzaal bevond. Dus als we honger kregen hoefden we niet ver te lopen en kon je daar een bowl met chili con carne of een hamburger bestellen.
Die bewuste avond was het erg gezellig en de 'Buds' gingen er goed in, want van de droge lucht aan boord krijg je erge dorst. Dan kan je natuurlijk beter water drinken, maar een biertje is dan wel zo lekker, vooral het eerste. De jukebox werd veelvuldig volgegooid met quarters en de topnummers  schalden door de bar. Tophit no. 1 was indertijd "My Way" gezongen door Frank Sinatra. Wie kent het niet, zou ik zeggen. A2 en ik konden het goed met elkaar vinden. Hij had van die leuke lachrimpeltjes om zijn ogen. Op een gegeven ogenblik besloten we dat we eigenlijk best wilden dansen toen "My Way"weer eens opklonk, dus klommen we van onze krukken af en voegden de daad bij het woord. We dansten goed samen en we vermaakten ons kostelijk, maar de bareigenaar, Jimmy dus, zei tegen ons dat we moesten ophouden want hij had geen danslicense. OK, wat nu ? Maar voegde hij eraan toe, een paar straten verderop was er een Dance Hall, "Cheetah "genaamd, waar we net zoveel konden dansen als we maar wilden. We informeerden bij de rest van de bemanning of er nog iemand anders zin had om met ons mee te gaan, maar dat was niet het geval, dus gingen we met zijn tweeën.
Wat een belevenis ! We kwamen in een enorme zaal terecht, waar honderden paren dansten op een live optreden van een damesgroepje, wiens muziek je het beste zou kunnen vergelijken met die van de "Supremes". Na een tijdje gedanst te hebben, gingen we op zoek naar een bar en kwamen er toen achter, dat er nog meer zalen waren. Naar boven : dan kwam je bij een live jazz-optreden en naar beneden : dan kwam je in een stikdonkere zaal terecht, met alleen maar een klein vloerlichtje in het midden. Er waren geen stoelen en de vloerbedekking was hoogpolig en zacht. We struikelden over de her en der verspreide paartjes, die daar lagen te vrijen. We waren vermoeid, dus zochten we een leeg plekje op om ons neer te vleien. Zo lagen we wat bij elkaar en moesten lachen om een grapjas, die kennelijk onder een vleugel lag, want zo nu en dan klonken er een paar akkoorden, pling-plong, of plang-plieng-pleng om, volgens ons, aan de stemming in zijn vrijpartij uitdrukking te geven
Maar goed, we kregen behoorlijk veel slaap, want het was in Nederland al 8 uur 's morgens, dus besloten we uiteindelijk terug te gaan naar het hotel. 

Wat was mijn nieuwe baan toch leuk vergeleken met de vorige. Daar had ik geen leuke collega's gehad om na het werk even gezellig ergens mee te gaan drinken en dansen; integendeel de 'spoorhaasjes' , zoals we de NS-ambtenaren noemden, die bij ons op het inlichtenbureau hun buitenlandse treinreisjes kwamen reserveren, leken zich er al bii te hebben neergelegd hun hele leven lang van 9 tot 5 achter hun bureaus te slijten, zonder enige 'ups or downs'. Daarna vermoeid naar huis om de krant te lezen en naar de TV te kijken, tot het pensioen erop volgde.
Niet voor mij. 
Ik ging leven.



Posted by Picasa

donderdag 20 december 2007

The Age of Aquarius




















Flower Power, Make Love not War, Ban the Bomb, dat waren de slogans van de eind-zestiger, begin-zeventiger jaren van de vorige eeuw. De 'baby-boom' kinderen, na de laatste grote wereldoorlog geboren, waren nu allemaal twintig jaar en ouder en het optimisme van die tijd, dat wij alles beter zouden gaan doen dan al die andere mensen die vóór ons op aarde hadden geleefd, werd gevoed door astrologen, die beweerden, dat wij nu in het 'Tijdperk van de Waterman' terecht waren gekomen ( sinds 1962) ; zij voorspelden dat de mensheid een 'gouden tijd' tegemoet zou gaan.
In deze atmosfeer werd de musical "HAIR" geboren. In New York en later in Londen en Sydney, was deze musical zo'n enorm succes, dat je wel gek zou zijn dat als je de gelegenheid kreeg om hem te gaan zien, je het niet deed.
In New York werd de musical opgevoerd in het theater tegenover ons hotel ( Edison in de 47ste straat bij Broadway). Mijn vriendin zat op de vroege vlucht naar JFK, zoals het vliegveld heet(te) ( naar President John Fitzgerald Kennedy, die op 22 november 1963 vermoord was) en zou de kaartjes kopen, zodat ik, die op de late vlucht binnenkwam me alleen nog maar hoefde om te kleden om de voorstelling bij te kunnen wonen. Zogezegd, zogedaan. Onze vluchten waren gelukkig op tijd en een beetje zweverig van vermoeidheid ( New York had een tijdsverschil met Nederland van - 5 uur ) zat ik in de zaal te kijken en te luisteren naar de eerste , echte "Tribal Love-Rock Musical" .
Ze begonnen met de song "Aquarius" :

When the moon is in the seventh house
And Jupiter aligns with Mars
Then peace will guide the planets
And love will steer de stars.

en verder:

As our hearts go beating through the night
We dance until the dawn of day
To the bearers of the water
Our light will lead the way

Het hoogtepunt van de musical kwam in het laatste nummer voor de pauze waar de hele 'cast' zijn kleren uitdoet en geheel naakt op het podium staat. In die tijd een absolute breuk met de Victoriaanse moraal, die tot dan al meer dan 100 jaar had geheerst.

Hèt symbool voor de nieuwe vrijheid was hoe je je haar droeg. Je moest het laten groeien en "let it fly in the breeze and get caught in the trees". Dat laatste lijkt me erg gevaarlijk, maar dat is misschien wel het spannende eraan.

Dit zongen ze over "hair":

I want it long, straight and fuzzy
Snaggy, shaggy, ratty, matty
Oily, grease ( weer een andere musical en film, 10 jaar later) fleecy, shining
Gleaming, steaming, flaxen, waxen
Knotted, polka-dotted; Twisted, beaded, braided
Powdered, flowered and confettied
Bangled, tangled, spangled and spaghettied !

De geschiedenis van een aantal jongelui, die pro-love, pro-sex, and anti-establishment waren en die ondertussen : "attended be-ins, scared tourists, protested , re-created a war or two, smoked pot, took off their clothes, sang in the streets, made love and otherwise amused themselves" ging in de tweede helft van de voorstelling grotendeels aan mij voorbij, omdat het in Nederland al na 4 uur 's nachts was en ik mijn ogen nauwelijks kon openhouden. Het nummer "Easy to be hard" maakte nog indruk, maar toen ging bij mij het licht uit.
Maar goed, " Been there ,done that".

In Nederland moesten we het in die jaren nog doen met de musical "En nu naar bed" van Annie M.G. Schmidt, met liedjes zoals "Vluchten kan niet meer", waar, in de tekst, heel wat minder romantisch met planeten wordt omgegaan, zoals blijkt uit deze zinnetjes :

Zelfs de maan staat vol met kruiwagentjes
En op Venus zijn instrumenten
En op aarde sterft de laatste vogel
In de laatste lente......

Het tijdperk, van Joop van den Ende, om alles te ' vernedermusicaliseren' was toen nog niet aangebroken. Och, leve die goeie ouwe tijd !

Posted by Picasa

woensdag 5 december 2007

Achter het ijzeren gordijn




















Wat een bevoorrechte positie; ik had twee paspoorten ! Eén voor de V.S. en één voor de Sovjet Unie. De Koude Oorlog was de oorzaak van deze vreemde situatie. Ze mochten nl. in de V.S. niet weten, dat ik nog de vorige week in Moskou was geweest en andersom.
Zo ging ik voor het eerst op een 'nachtstop' naar Moskou in de zomer van 1968.
Op het vliegveld, Sheremetyevo, aangekomen, werden we erg lang opgehouden door de marechaussee en de douane. Ze bekeken uitgebreid onze paspoorten, maar ik zag, dat ze die op de kop hielden. Daarna moest onze bagage worden geïnspecteerd. Ondanks het feit, dat we maar weinig bij ons hadden, want de stop was nauwelijks 12 uur, kregen ze het toch voor elkaar ons een uur te laten wachten voordat we 'het groene licht' kregen.
Eindelijk gingen we dan op weg naar ons hotel. De wegen waren leeg, geen auto te bekennen. We passeerden de bekende berkenbossen waar ik over gelezen had, met hier en daar een dacha ertussen. Daarna reden we voorbij de voorsteden van Moskou. Grauwe hoogbouw, waarover ik later las, dat de gebouwen geen liften hadden en geen waterleiding. We zagen daarom ook watertrucks in de straten staan, waar de bevolking emmertjes water kon halen.
We logeerden in Hotel Ukraïna, een typisch sovjet-gebouw, zoals op de foto rechtsonder, rechts, te zien is. Er waren weinig liften , dus moest je lang wachten om naar je verdieping te kunnen. Daar aangekomen, zat een vrouw, strategisch gesitueerd, aan een tafel, die je je sleutel gaf. Ze had uitzicht op de gang waar alle deuren op uit kwamen en het was haar taak om in de gaten te houden, wanneer je je kamer inging en weer verliet, met wie en hoe laat je wegging en weer terugkwam. Het was niet toegestaan bij elkaar op de kamer te komen. Samenzweringstheorieën? We vonden het natuurlijk belachelijk, gewend als we waren om te doen en te laten waar we zin in hadden. Tot onze grote hilariteit had ze een doek om haar kin gebonden, met een knoop bovenop haar hoofd. Kiespijn, ja, was wat wij begrepen. Dat zag je toch alleen nog maar in cartoons?
Omdat er niks te eten was, want er was geen restaurant in het hotel en ook niet in de rest van Moskou, besloten we te gaan lopen naar het Rode Plein . Dat was een voettocht van ong. een uur. We hadden gehoord, dat daar ergens een barretje was, waar je kon betalen met dollars. Niet eten , dan maar drinken ! En inderdaad vonden we het. Eén screwdriver ( wodka + orangejuice) kostte 1 dollar. Gezellig was het er niet, maar dat vonden we niet belangrijk, we waren in Moskou !
Toen we een aantal uren later terugliepen kwam ons een brandweerauto tegemoet, die de trottoirs schoonspoot, ongeacht of daar nog mensen liepen, zoals wij , nietsvermoedende westerlingen. Gelukkig was het warm. We ontmoetten nog een aantal mensen van onze leeftijd, die met ons een gesprek wilden aanknopen, wat nogal moeilijk was, want ze spraken een gebrekkig soort Duits. Maar het kwam er op neer, dat ze het sovjetregime haatten en weg wilden, maar niet konden. Het bleken Oekraïners te zijn. Maar wat konden wij doen ?
De volgende morgen stonden we vroeg op, om nog even het Rode Plein bij daglicht te bekijken. De tombe van Lenin ; de aflossing van de wacht; de basiliek en het grote warenhuis Gum, waar niets te koop was, behalve dan jurken met een "groentensoep"-dessin, zoals ik die noemde.
Op het vliegveld, hadden we nog de tijd om wat inkopen te doen. De enige munteenheid, waar je mee kon betalen waren dollars. Ik zag een LP met muziek van Rachmaninov, die ik wilde kopen, maar de sjachrijnige mevrouw, die daaar verantwoordelijk voor was, zei: "njet", waarom ? dat was niet duidelijk. OK, dan kocht ik die muziek ergens anders ter wereld ! Toen bedacht ik me, dat ik wel een "Matroesjka" kon kopen, zo'n pop, met nog 10 poppetjes erin. De mevrouw, die dáár zat zei ook :"njet".Wij moesten er eigenlijk wel om lachen, maar het was een les , hoe het communistische systeem nu eigenlijk werkte ( of niet): het maakte niemand wat uit, of ze iets verkochten of niet, hun salaris zou hetzelfde zijn. Iedereen was onvriendelijk en niet behulpzaam.
Eenmaal aan boord zetten we gelijk de koffiemachines aan met onze vertrouwde DE-koffieblikken. De, overwegend Nederlandse, passagiers die aan boord kwamen waren bijna allemaal unaniem : hè, heerlijk, die geur van vertrouwde Nederlandse koffie en, na een paar weken, eindelijk weer eens vriendelijke gezichten.
Posted by Picasa

zaterdag 1 december 2007

Mathilde




















In de zomer van 1968 vond ik op mijn deurmat mijn allereerste indelingskaartje met daarop een' ICA-reis' ( betekent : intercontinentaal,) zoals dat bij de KLM werd genoemd: naar Montreal , één dag overstaan en dan weer terug.
Vol verwachting meldde ik me aan op het bemanningencentrum, heel benieuwd uit welke personen mijn 'crew' zou bestaan. Uiteraard kende ik niemand, daar vloog ik nog te kort voor. Omdat de vlucht een paar uur vertraging had opgelopen, werden we uitgenodigd in het restaurant van Schiphol de lunch te gaan gebruiken. Daar kon ik mijn mede-reisgenoten goed bestuderen. Tegenover me zat de 'Royal Class stewardess' ( de meest seniore stewardess aan boord). Die zag er nogal opvallend uit. Ze had een haardracht, waarvan ik zeker wist, dat die officieel niet was toegestaan. De regels waren, dat je herkenbaar moest zijn als stewardess en dat betekende, dat je altijd je hoedje op moest zetten naar en van het vliegtuig èn in het het geval, dat we een noodlanding zouden moeten maken, omdat het hoedje je onderscheidde van de rest van de mensen. Dat zou ik wel eens willen zien, hoe op deze hoog opgestoken haren, het hoedje zou balanceren als een notedop op een bruidstaart ! Later vroeg ik haar, hoeveel tijd het kostte om haar haren zo hoog opgestapeld te krijgen en ze antwoordde, dat ze er drie uur mee bezig was geweest ; zo draaide ze haar lange haar om groffe krulspelden , die ze er gewoon in liet zitten.
"Maar hoe doe je dat dan als je moet vliegen, sta je dan eerder op ?" vroeg ik nieuwsgierig. "Welnee", zei ze," ik slaap rechtop in mijn bed, zodat het gewoon dagenlang kan blijven zitten ". "O", zei ik.
Verder had ze nogal opvallende make-up. Zeer 'levendige' kleuren en hele lange, fel roodgelakte, nagels. Dat viel des te meer op omdat ze nogal grove handen had, die ze verder nog accentueerde door aan iedere vinger ringen te dragen.
Tijdens de lunch sprak ze met één van de bemanningsleden over ' Willink' , met een dikke Zeeuwse 'l' ( waardoor het leek op ze een beetje dronken was) en over andere schilders, die ze kennelijk goed kende. Ze heette Mathilde de Doelder.
Aan boord moesten we hard werken en spraken we elkaar niet zoveel. De purser zei, dat ze misschien niet helemaal voldeed aan de KLM-normen, maar dat ze heel lief was voor de passagiers. Hij was echter een 'roddelnicht' en vertelde me met een duidelijk genoegen , dat ze een keer, tijdens een nachtstop in Teheran met 6 mannen op stap was geweest en dat ze toen een jurk aan had gehad met een bolero er over heen . Op een gegeven moment, zei ze, dat ze het warm had en dat ze die laatste wilde uittrekken. De captain was heel galant opgestaan om haar jasje aan te nemen. Tot grote consternatie van de KLM-ers en de Iraanse mannen, was ze onder het jasje 'topless'. Ze had haar doel bereikt : ze had ieders aandacht gehad ! Een andere keer had ze gedreigd zich van een, hoog genoeg, balkon te werpen, omdat een man haar had laten zitten. De purser had op haar in moeten praten, zodat ze van haar zelfmoordplan had afgezien.
In Montréal aangekomen vroeg de captain of ik het leuk vond de volgende dag een tochtje te maken met de auto. Hij had Mathilde ook gevraagd en die had toegezegd mee te gaan. Echter de volgende dag kwam ze niet opdagen, ze had hoofdpijn of i.d. Jammer.
Dat was de enige keer, dat ik haar gezien heb als stewardess.

Een paar jaar later zou ik haar nog één keer zien: in het Concertgebouw van Amsterdam .Ze was gekleed in één van de beroemde Fong Leng creaties en in haar slipstream liepen wat jongemannen. "Hé ",dacht ik, "Mathilde, wie had dat ooit gedacht, dat je nog eens beroemd zou worden? "
Posted by Picasa