zaterdag 7 februari 2009

feestje
























Door de komst van de wide-body vliegtuigen waren we op Plaswijck in Bangkok allang uit ons jasje gegroeid. Dus werd er een nieuw onderkomen voor de bemanningen uit de grond gestampt en gingen de houten barakken naast de tennisbaan tegen de grond, behalve die voor de cockpitcrew.
Aan de andere kant van het hoofdgebouw stonden nu twee betonnen gebouwen van twee verdiepingen hoog, die ieder 40 kamers bevatte, met de eetzaal en de bar er tussen in.



















Genoeg ruimte dus voor vier B747 bemanningen.
Het was wel een beetje wennen in het begin. De moderne kunstwerken, waarmee onze hotelmanager de eetzaal en de tuin had versierd, hadden het oude vertrouwde koloniale sfeertje van Plaswijck, dat wij best hadden gewaardeerd, geschonden. Gelukkig had hij de zeemeermin, die bij het zwembad stond, op haar sokkel laten liggen.
Het Praathuis werd gesloten en we moesten nu naar de nieuwe bar die door de airconditioning, die op 'full-blast' stond, veranderd was in een iglo zodat het dragen van winterkleding aan te bevelen was. Onze barman Jimmy zat en als het weer eens laat werd( en dat was vaak,) lag, achter de bar en zijn vrouw die zichzelf gehesen had in een veel te groot blauw-grijs stewardessen mantelpakje uit yesteryear, assisteerde hem, vooral bij het innen van de barrekeningen.

Ik had weer eens een langere reis naar het Verre Oosten gekregen en A1 ging mee als FII om samen in Thailand leuke uitstapjes te gaan maken.
We besloten het eerste naar Ayutthaya te gaan, wat niet zo ingewikkeld was, want het treinstation lag dichtbij het hotel. Na een tocht van een paar uur door de rijstvelden kwamen we daar aan. Ik was er al eerder geweest, maar vond het niet erg om het nog eens te gaan bekijken. We lieten ons rondrijden in een tuk tuk en kregen weer dat speciale vakantiegevoel: een sensatie alsof ons om iedere hoek een wonder te wachten stond. De vele ruïnes van de oude hoofdstad van Siam en de staande, zittende en liggende Boeddha's bekeek ik weer met even veel plezier als de eerste keer.
























De volgende dag gingen we met een paar leuke collega's een tocht door de Bangkokse klongs maken. We scheepten ons in op een longboat met zo'n krachtige motor achterop en scheurden met een noodvaart langs alle bezienswaardigheden. Gierend van het lachen en kletsnat kwamen we een uur later weer terug op ons vertrekpunt. Het was dan misschien niet zo spectaculair geweest als wat James Bond, alias Roger Moore met zo'n bootje uithaalde, maar voor ons was het vooral een vrolijke belevenis geweest. Nog even langs Ah Song om wat stoffen uit te zoeken voor een aantal nieuwe overhemden voor A1 en de rest van de dag lagen we lui aan het zwembad.
's Avonds, toen het wat minder heet was speelde ik nog, onder kunstlicht, een tenniswedstrijdje tegen de captain.
Op de laatste slipdag, voordat ik naar Tokyo zou vliegen voor een korte nachtstop, hadden we besloten met de bus naar het strand van Pattaya te gaan om onder een palmboom op het witte strand aan een gezond kleurtje te werken. Het wemelde er van de Amerikaanse soldaten, die komende uit de oorlog in Vietnam, hun verlof in Thailand doorbrachten. Het was daar een paradijs voor eenzame mannen want voor ieder van hen waren er wel tien vrouwen beschikbaar.

Op de nacht voordat ik naar Tokyo vloog, nam A1 de nachtbus naar Chiangmai voor een visite van een dag aan deze stad. Hij kwam terug met allerlei interessante verhalen en een paar mooie sieraden, afkomstig van de hilltribes.

Op onze laatste avond in Bangkok gingen we na het diner nog even een drankje drinken in de bar en troffen daar de meeste leden van de twee aanwezige bemanningen aan. Hoe het is begonnen weet ik niet, maar onze BWK begon een vrolijk drinklied te zingen: "Trink, trink, Bruderlein trink.." en één voor één begonnen de anderen mee te zingen. Dat was zo'n succes, dat iemand anders het volgende lied inzette, gevolgd door weer een andere tot het één groot songfestival was. Zelfs Jimmy, die normaal alleen maar geïnteresseerd was in het verkopen van zijn boeddha-beelden, zat te grinniken om zoveel gekkigheid. Het werd zelfs nog gekker toen een paar mannen voorstelden, dat de vrouwen uit de verschillende bemanningen best een paalklimwedstrijdje zouden kunnen houden. De pilaren in de bar werden daar uiterst geschikt voor bevonden. Zij die het eerste het plafond zou aantikken won. Mannen mochten wel helpen, maar alleen als een stewardess naar beneden dreigde te storten. Onder veel hilariteit werden de pogingen van de dappere meisjes gevolgd en de winnende bemanning werd van harte gefeliciteerd en daarna werd er een meeslepend overwinningslied ingezet.
Het bleef nog lang roerig in de bar, maar het was het beste feestje in een lange tijd geweest, misschien ook omdat het niet georganiseerd was, maar volkomen spontaan was ontstaan.

Na aankomst op Schiphol namen we hartelijk afscheid van elkaar en beloofden contact te houden en elkaar de foto's op te sturen. Het was fijn geweest om te hebben ervaren, dat ondanks de modernisatie en de schaalvergroting, de bemanningsleden zo flexibel bleken te zijn, dat ze in staat waren geweest het saamhorigheids- en familiegevoel van een aantal jaren geleden, toen de crews veel kleiner waren geweest, weer op te roepen.

In het onderstaande youtube filmpje uit 1974 wordt een KLM cabinebemanning tijdens hun werk aan boord gefilmd op hun vlucht naar Bangkok en daarna zijn er nog wat beelden te zien van hun verblijf op Plaswijck.










Geen opmerkingen: