dinsdag 15 september 2009

Kinderleed
























"Mbwaaaahhh, mbwaaaaaagh, ieeeeeeeeeeeeerrrggggggg..........," klonk het op de rij achter me.
Nee hè, dat heb ìk weer! Het zal toch niet dat zelfde kleine meisje zijn dat in de vertrekhal al zo hard had zitten huilen ? Schattig om te zien, dat wel, met haar oudroze jurkje aan, dezelfde kleur als die van haar moeder's T-shirt, maar kennelijk was er iets niet naar haar zin, want ze krijste zo hard dat je zonder gehoorbeschermers maar beter weg kon wezen. Toen ik in de gaten had gekregen dat de ouders haar niet stil konden krijgen was ik inderdaad snel ergens anders gaan zitten, maar hier aan boord had ik die optie niet.
Een stewardess kwam het gebruik van de kinder-stoelriem en- zwemvest uitleggen. Het kind moest met haar gezicht in dezelfde richting zitten als de ouder, maar daar verzette ze zich tegen.
Wel allemachtig. Venijnig trappelden haar voetjes tegen de achterkant van mijn rugleuning. Ik keek tussen de stoelleuningen door naar achteren, en ja hoor, wat ik al gevreesd had was werkelijkheid geworden: ik zag iets oudrozigs onder een van drift, rood aangelopen, kindergezichtje.

Tja, wat doe je in zo'n situatie? Ik dacht terug aan de tijd dat ik tijdens mijn werk als cabin attendant vaak te maken had gehad met allerlei kinderperikelen. Bv. als de ouders de krant gingen lezen en de kinderen in het gangpad lieten spelen. Ze renden dan vaak op en neer en niet alle passagiers waren daar even gecharmeerd van. Wij ook niet, want vaak zagen we ze niet van achter de trolley, of voor onze voeten als we met plateaus aan het zeulen waren. Niet zelden was dan ook een onaangename botsing het gevolg, zodat we ze onder zachte dwang terug naar hun ouders moesten brengen.
























Illustratie uit Astrid van Verschuer's "Life Aloft"

Een keer, tijdens een lang nachttraject op de B747, was er één kind geweest dat maar bleef krijsen, zodat de passagiers geen oog dicht konden doen. Ik zat daar een tijdje naar te luisteren totdat ik het verschrikkelijk zat werd. Ik pakte een zaklantaarn en liep in het stikdonker, want alle lichten waren uitgedaan, naar de bron van ergernis. Ik scheen met mijn zaklantaarn recht in de ogen van het kind en sprak haar streng toe. In de trant van: als ze niet onmiddellijk ophield met krijsen dat ik dan heel kwaad zou worden. Ze keek me verschrikt aan en hield onmiddellijk haar mond. Hèhè, wat een goddelijke stilte! Ik vroeg aan de moeder wat er aan de hand was maar die had geen idee. Thuis hadden ze een kindermeisje die dag en nacht voor het kind zorgde, zodoende wist ze niet wat ze moest doen als het van streek was.
De hele nacht was het verder stil gebleven tot we het ontbijt gingen uitdelen. Heel zachtjes begon er een gedrein boven het geluid van de motoren uit te stijgen. Toen ik er langs liep, hoorde ik de mevrouw tegen haar kind zeggen : "Pas op hoor, als je zo doorgaat roep ik de boze stewardess!"

Zou eenzelfde aanpak hier ook helpen ? Bij nader inzien zag ik er maar vanaf. Niemand vindt het leuk om voor boeman/vrouw te spelen, ik ook niet.
De mevrouw die op mijn rij aan het raam zat ging onverdroten door met het oplossen van kruiswoordraadsels en ik concentreerde me op mijn boek.
Nadat we geland waren feliciteerde ik haar en mij, omdat we geen kik hadden gegeven en ons die paar uur voorbeeldig hadden beheerst.
Ze moest lachen om mijn felicitatie en we betreurden die arme ouders die nog een tijdje aan het kind vast zouden zitten. Zij liever dan wij, vonden we, en stapten opgelucht van boord.

1 opmerking:

Anton Morel zei

Met veel plezier door uw "blog" gebladerd. Veel herkenning. Uit vergeelde albums en dozen dia's waar de kleuren langzaam verdwenen heb ik nog het één en ander gered en in een web-album geplaatst onder de naam KLM 1968-1972. Ik zal uw blog doorgeven aan een aantal "oudjes" (grin) uit die tijd, ze zullen zeker smullen van de verhalen. http://anton.morel.googlepages.com/

Met vriendelijke groet, Anton