woensdag 29 juli 2009

Route-relatie

Het was twee uur 's nachts en A2 en ik zaten nog in de zwoele Portugese zomernacht buiten op een terrasje te genieten. We hadden eigenlijk allang moeten gaan slapen maar in plaats daarvan hadden we nog een fles wijn besteld.
We haalden herinneringen op aan de vorige keren dat we elkaar ergens ter wereld waren tegengekomen.

















Naar de eerste keer toen we in New York in Jimmy's Bar gedanst hadden op 'My Way' van Frank Sinatra en daarna nog naar Dance Hall 'Cheetah' waren gegaan. De volgende dag hadden we, in de zon, op het grote grasveld van het Central Park gelegen en naar de New Yorkers om ons heen gekeken.

Een andere keer in Montreal, waar we logeerden in dat saaie Holiday Inn motel ' La Seigneurie', dat ergens in een industriegebied tussen snelwegen ingeklemd lag. Het bestond uit één hele lange gang met aan weerszijden deuren. Wij stewardessen zaten meestal helemaal aan het eind. Toen had hij me laten zien hoe je kon voorspellen hoeveel kinderen je kreeg en of het jongetjes of meisjes zouden worden. Je rukte gewoon een haar uit je hoofd en daar reeg je dan je trouwring aan. Je moest daarna de uiteinden van de haar doodstil tussen duim en wijsvinger houden en als de ring ging draaien kreeg je een jongetje en als hij heen en weer ging pendelen dan kreeg je een meisje. Ik vond het allemaal maar grote onzin maar had toch braaf de test gedaan. De ring bewoog niet !!! Ik had het je toch gezegd ? : "Ik wil helemaal geen kinderen. Ik vind het veel te leuk zonder !"

Tijdens mijn stationering in Tokyo hadden we elkaar een paar keer gezien. De laatste keer was ik 's morgens vroeg uit Bangkok aangekomen en ging hij een paar uur later naar Anchorage. Door het raam had de opkomende zon door de Tokyo Tower heen naar binnen geschenen. Slaperig had ik geluisterd naar het grappige verhaal van die keer toen hij ontdekt had dat zijn jongste zoontje aan een kettinkje om zijn hals, een héél klein sleuteltje droeg. Dat sleuteltje had A2 een keer, zonder dat ik het gemerkt had, van mijn BH af gesloopt en in zijn portemonnee verstopt. Nu wist hij dat zijn zoontje in zijn portemonnee moest zijn geweest maar hij had er uiteraard niets van kunnen zeggen.We hadden er een beetje om moeten grinniken. O,o,o..., zo vader, zo zoon!
























Daarna hadden we elkaar in Bombay ontmoet, waar we een middag hadden doorgebracht op een terras met uitzicht over een leeg strand. Het enige wat voorbij was gekomen was een kudde geiten geweest.



















Daarna die keer in de winter, toen we voor een nachtstop naar Athene waren gestuurd.
's Avonds waren we naar de Plaka gelopen om lekker te gaan eten en hadden ontdekt dat we allebei dol waren op garnalen met knoflook, héél véél knoflook. Met natuurlijk zo'n kilo Retsina erbij. Wat hadden we genoten, maar de volgende morgen toen we aan boord waren gekomen, waren de collega's demonstratief achteruit gedeinsd. De knoflookwalm, nog versterkt door de wijn die we hadden gedronken, was niet om te harden geweest. Ik werd verbannen naar achteren, naar de economy class, hoewel ik denk dat de zweetvoetenlucht en de geur van krèteks de knoflookluchten aardig neutraliseerden. Samenzweerderig hadden we, over de drankenkar heen, naar elkaar geglimlacht.
Het had zoiets betekend als: "Voel jij je ook zo katterig ?"
"Jawel, maar ik had niets ervan willen missen."
"Nee, ik ook niet !"
Tenslotte was het maar een paar uur vliegen naar Amsterdam, dat redden we nog wel.

Dan die winterzondag in New York. Onder het vertrouwde geluid van de sirenes lagen we naar de loodgrijze lucht te kijken en zagen grote sneeuwvlokken dwarrelend aan het hotelraam voorbij zweven. Zo nu en dan bleven er een paar vlokken aan het raam kleven om daarna zachtjes naar beneden te glijden. We hadden geen zin gehad om op te staan, hoewel het na calling time natuurlijk onvermijdelijk was. Daarna waren we, voordat de 'teckel-limousine' ons zou komen oppikken, nog gauw even door de sneeuw naar de tent naast het hotel gegaan om een broodje pastrami te eten met zo'n kop van die waterige koffie erbij.

Nu waren we dus in Lissabon, niet met dezelfde vlucht maar we waren die avond, bij toeval, tegen elkaar opgelopen in de lift van het Sheraton Hotel.
We hadden een restaurant gezocht en hadden op de Avenida da Liberdade een grote eettent gevonden met van die ongezellige neonlichten, maar het zat er wel tjokvol met alleen maar 'lokalen', er was geen toerist te bekennen. Wij waren naar binnen gegaan en hadden geluk gehad dat er gelijk een tafeltje vrij was gekomen. We bestelden de 'camarao ao alho' met een fles droge Vinho Verde, en veel vers stokbrood erbij om ermee in de kokendhete bubbelende olijfolie, waartussen de garnalen gemengd met hele tenen knoflook en chili's dreven, te 'dopen'. Na de eerste portie hadden we nog een tweede besteld. Vurrukkulluk !

Ik kon die dag uitslapen, maar hij had een paar uur later alweer calling time gehad.
Later hoorde ik, dat hij algemeen door zijn crew was gemeden vanwege de knoflookgeuren, maar dat hij niets van die avond had willen missen.
Nee, ik ook niet !

Geen opmerkingen: