zondag 24 mei 2009

Spookvliegtuig


  

  
    












    Mijn 5-jaarscontract bij de KLM was afgelopen maar ik had nog recht op één FII-vlucht. Mijn man wilde daarom nog eenmaal zo ver mogelijk weg gaan. Onze uiteindelijke bestemming zou Machu Picchu in Peru zijn maar we wilden ook nog een omweg maken naar La Paz en misschien, als de tijd het ons toeliet, van daaruit naar het Amazonegebied van Bolivia vliegen.
     We waren op weg van Caracas, in een DC 8 van VIASA , naar Lima. De maaltijdservice was afgelopen en we vlogen 's nachts over de vulkanen van Zuid Amerika naar onze bestemming.  Ik lag uitgestrekt over drie stoelen na te denken over de voorgaande dagen die we hadden doorgebracht op Curaçao. 
     Zonder iets gereserveerd te hebben waren we in Amsterdam op de directe vlucht naar Curaçao gestapt en hadden op Hato vliegveld gestaan zonder kans te zien vervoer naar een hotel te regelen. Er stonden geen taxi 's voor de aankomsthal en het zag er daarom zorgelijk voor ons uit totdat... een auto voor ons stopte en de man achter het stuur ons vroeg of we ergens heen wilden ? We legden ons probleem aan hem uit en naar aanleiding daarvan bood hij aan ons naar een hotel in Willemstad te brengen. Zo gezegd, zo gedaan. Hij was werkelijk alleraardigst en zette ons af bij een hotelletje in Punda en nodigde ons uit de volgende dag met hem een toertje te maken, want hij wilde ons het èchte Curaçao laten zien.
    Het hotel was goedkoop, maar dat had zijn nadelen. Geen air-conditioning, maar een ouderwetse fan aan het plafond. Over de badkamerfaciliteiten zal ik het kort houden, want die waren beneden peil. Iets met verstopping en overstromingen. Misschien nog steeds wel!
    Onze nieuwe vriend hield woord en reed ons de volgende dag over 'zijn' eiland. Wees ons de plaatsen aan waar het belangrijkste Curaçaose gebeuren plaatsvond en nam ons mee naar de bar waar je de beste whisky kon drinken en naar een plaatselijke restaurant waar typisch lokale gerechten op het menu stonden. 
    De volgende avond waren we uitgenodigd op een feest van een vriend van mijn zwager, die op het eiland hoofdonderwijzer was geworden na zijn afstuderen op een Nederlandse kweekschool.
We arriveerden bij een zwaar bewaakt huis, want zo vertelden ze ons, dat was hard nodig.
Een steelband verzorgde de muziek tijdens de luxe BBQ en een lokale man onderwees me hoe te dansen op het latijns-amerikaanse ritme. De altijd aanwezige harde wind, de verwaaide klanken van de muziek, de geur van de frangipani-bloemen, dat alles liet een onvergetelijke indruk na.
   Vanmorgen hadden we echter bij nacht en ontij op moeten staan, want onze vlucht van Curaçao naar Caracas zou vroeg vertrekken. Onze vriend zou ons om 7.30 uur komen ophalen, dus hadden we om 7.00 uur onze opwachting gemaakt in de ontbijtzaal van het hotel. Er was niemand te bekennen, maar alle tafeltjes waren keurig gedekt. We wisten dat er een Chinese delegatie die ochtend uit het hotel zou vertrekken, dus namen we aan dat het voor hen was. We keken in de keuken, geen personeel te zien maar wel machines vol met versgebrouwde koffie en diverse mandjes met toast. We namen de toast en koffie mee naar een tafeltje, gebruikten de klaargezette boter en marmelade en toen het tijd was om te vertrekken hadden we nog steeds geen hond gezien, dus zijn we onopgemerkt vertrokken. Moeten ze maar beter op hun gasten letten.
     Na de hele dag wachten op het vliegveld van Caracas waren we dan eindelijk, bij het vallen van de avond, vertrokken naar Lima.
Ik had een paar uur geslapen en was wakker geworden met een ongelofelijke dorst. Ik keek om me heen maar het was werkelijk aardedonker, nergens brandde een lichtje. Omdat ik als FII-er niet wilde bellen, stond ik op en liep op de tast naar de pantry achterin het vliegtuig. Toen ik daar aankwam was er niemand die de wacht hield. Hoewel ik natuurlijk best op de hoogte was van waar de drankjes zich bevonden, vond ik het ongepast om die dan zelf maar te pakken. De beste oplossing was om naar voren te lopen en een drankje te vragen bij de bemanning aldaar. Door het donker zocht ik me een weg naar voren, al struikelend over uitstekende armen en benen in het gangpad. De voorste pantry was eveneens onbemand. Ik bedacht me dat ik nu gewoon door zou kunnen lopen naar de cockpit, maar stel je voor dat als ik daar de deur opendeed, ik alleen maar lege stoelen zou zien..... ? Wat een griezelig idee! Het leek me daarom het beste mij weer naar achteren te werken en mijn glas water dan maar zelf te pakken. Eenmaal terug, stond er een andere dorstige passagier verweesd naar een lege pantry te kijken. Kordaat opende ik de drankencontainer, pakte een paar glazen en schonk ons wat in.
    Zo stonden we in de pantry en toen andere passagiers langskwamen die een drankje wilden hebben schonk ik dat ook maar in. Ik legde wel uit dat ik een KLM-stewardess was, die, hoewel ik niet in uniform was, regelmatig samenwerkte met VIASA-bemanningen, zoals ik dat trouwens eveneens had gedaan met de PAL en Garuda. Ik zat er niet eens zo ver naast, maar ik had geen zin om de details betreffende de samenwerkingsverbanden tussen de verschillende maatschappijen nader toe te lichten. Gelukkig realiseerden de passagiers zich niet dat er misschien wel helemaal geen crew meer aan boord was en dat we in cirkeltjes boven de Andes rond zouden vliegen tot de brandstof op was.
    Wie het toestel later geland heeft weet ik niet, maar we zijn uiteindelijk toch veilig aangekomen op het vliegveld van Lima waar het volgende avontuur al op ons te wachten stond. 
    

Geen opmerkingen: