dinsdag 1 januari 2008

Hou je maar vast aan de BWK







Op Europa hadden we in 1968 nog vele nachtstoppen met de Lockheed Electra . In de cockpit zaten 2 vliegers ( de Captain en de Co-Pilot) en een BoordWerktuigKundige, de technische man aan boord. Ik kwam er wel eens een kijkje nemen en zat soms op de 4e stoel om nieuwsgierig toe te kijken naar de gang van zaken daar. Vaak was het de BWK die wel even tijd had om me voor te lichten . Maar het belangrijkste wat ik onthouden moest, drukten ze me allemaal op het hart, was, dat als je als stewardess problemen had, je altijd terecht kon bij de BWK . "Hou je maar vast aan de BWK", was dan ook een gevleugelde uitspraak binnen het korps van het vliegend personeel.

Na een paar maanden was het zover...! Ik ging naar Frankfurt en we bleven daar een nacht overstaan. We noemden dat een 'nachtstop'. (Die stoppen waren een welkome afwisseling van het iedere dag heen en weer kachelen naar Schiphol , wat je moest als je 'op Europa' vloog).
Daar aangekomen ging ik op stap met 5 mannen. Eerst een biertje ( nou zeg maar BIER, want we waren tenslotte in Duitsland) drinken en toen eten. Ik liep maar wat met ze mee, want ik kende uiteraard heg noch steg in die stad. Zo liepen ze regelrecht naar hun favoriete restaurant. Daar werd mij aangeraden een 'Rinderfilet mit Meerrettichsahne' te eten, want dat was de favoriet van de KLM-ers. Daarna keken ze stiekem toe hoe ik zou reageren op de scherpe smaak van de mierikswortel. Inderdaad werd ik zeer verrast, want het woord Sahne had ik wel herkend en zodoende gedacht aan een roomsausje. Ik kon er gelukkig wel om lachen, zij ook. Het was best gezellig en ik luisterde wat naar de gesprekken van de mannen, wat er op neer kwam, dat ze het hadden over technische problemen van vliegtuigen, auto's en boten. Gaap,gaap...Het andere favoriete onderwerp bespraken ze waarschijnlijk als ik uit de buurt was.
Na het eten gingen er drie mannen terug naar het hotel en bleef ik over met de BWK en de hofmeester. Ik had nog helemaal geen zin om al te gaan slapen, want dit was tenslotte mijn eerste nachtstop en er moets toch ìets te beleven zijn in die stad ? Nou, dat viel erg tegen, dus dronken we een 'afzakkertje' in een bar en toen was het ècht tijd om terug naar het hotel te gaan. De hofmeester was als eerste in de lift en weg. De BWK liep, heel galant, met me mee naar mijn hotelkamer. Toen ik de kamerdeur opendeed, liep hij al pratend mee naar binnen en zo stonden we nog een tijdje te kletsen, tot ik zei, dat ik nu wel wilde gaan slapen. We wensten elkaar :"welterusten en tot morgen" en weg was hij.
Ik lag net in bed toen er op de deur werd geklopt. Eerst reageerde ik niet, maar het kloppen hield aan, dus stond ik op en keek door het uikijkgaatje. En wie stond daar ? De BWK.
Ik vroeg door de deur heen : "wat is er aan de hand?"
" Ik heb mijn jasje laten liggen op je kamer en die kom ik even ophalen".
Bij nadere inspectie hing er inderdaad een vreemd jasje over een stoel.
De smiecht. Ik vertelde hem door de deur, dat hij morgenvroeg een half uur na 'calling-time' het gewraakte onderwerp af kon komen halen.
Eigenlijk vond ik het wel grappig en het was weer een ervaring erbij. Maar ik zou voortaan beter op moeten gaan letten.

Geen opmerkingen: