dinsdag 2 maart 2010

Stamboul, Stamboul
























Het was al laat in de avond en na het eten liepen we naar de vuurtoren toe. We klauterden langs enge, glibberige, houten trappen naar beneden. Onderweg waren we een paar keer tegengehouden door gewapende wachten, die ons na enig aarzelen toestemming hadden gegeven om verder te gaan. Helaas stuitten we steeds weer op gesloten hekken en onverrichterzake eindigde onze tocht op de kade van de Bosporus. Terwijl de vleermuizen laag over onze hoofden scheerden, keken we naar de golfjes die met een vreemde vliegende beweging tegen de beschoeiing op klotsten. We hadden eigenlijk, na aankomst in het hotel, naar het havenkwartier van de stad willen gaan, maar er was zo'n enorme onweersbui losgebarsten dat we onze plannen noodgedwongen hadden gewijzigd.

Als een welkome onderbreking had ik weer eens een nachtstop naar Istanbul gekregen, na wekenlang Europa-cycli te hebben gedraaid.
Op weg naar Istanbul maakten we een tussenstop in Athene. Ik vond het eigenlijk verbazingwekkend dat we toestemming van de Grieken kregen om door te vliegen naar Turkije, want deze landen zijn nou niet bepaald bevriend met elkaar. Ik herinnerde me de keren dat we met een zeilboot een kleine afstand voeren van Turkije naar een Grieks eiland en andersom. Je moest dan niet vergeten het gastvlaggetje in de mast razendsnel te verwisselen, anders kwam er grote heibel van.

Maar goed, de vorige keer dat ik hier geweest was, was ik met twee mannen van de cockpit met een taxi van Yesilköy waar we verbleven, naar de oude stad gereden om te gaan sightseeën. Met uitzicht over het water diep beneden ons, liepen we over heuvelachtige smalle straatjes naar de Bazaar. De oude huizen zagen er romantisch uit met hun houten, ingeglaasde veranda 's die uit de bovenverdiepingen staken. In de Bazaar zagen we het oude vertrouwde beeld van volgepropte winkeltjes met spullen die eigenlijk niemand nodig had, met voor de deuren de eigenaren, die probeerden om ons hun winkeltje binnen te lokken. We waren hier niet om iets te kopen; alleen maar om de sfeer op te snuiven. Het bekende 'kijke, kijke, niet kope' werd ons nageroepen, maar daar waren we, door de jaren heen, wel aan gewend geraakt. Hoeveel koperen kannetjes, tapijten, kamelenzadels, waterpijpen, bidkralen en ander onnuttig goed kan een mens in zijn leven aanschaffen ? Dus slenterden we, na de binnenkant van de Bazaar te hebben bewonderd, weer naar buiten en namen een taxi naar de overkant van het water. Toen we over de brug reden zagen we dat de ondergaande zon het water en de stad dieprood kleurde. We lieten ons afzetten bij de Blauwe Moskee en kwamen daar net op het moment aan toen ze wilden gaan sluiten. Ze waren echter zo aardig om voor ons, die maar een paar uur in hun mooie stad verkeerden, nog een rondleiding te organiseren. We waren onder de indruk van de grootte van deze moskee en de zeer smaakvolle versieringen op de muren en plafonds, de reusachtige kroonluchters en de prachtige tapijten, die de hele vloer bedekten.
Terwijl wij werden uitgenodigd op de grond te gaan zitten vertelde de gids ons, vol trots, over de geschiedenis van deze Moskee en het was eigenlijk een wonder dat die er, na al die roerige eeuwen, nog steeds zo schitterend bijlag. Tijdens zijn verhaal over de heldendaden van de Ottomanen dwaalden mijn gedachten af naar een gesprek, dat ik aan boord met een Turks jongetje van negen (die met zijn ouders van Nederland naar Turkije terug was gegaan) had gevoerd. Hij had tegen mij opgeschept dat Turkije het machtigste land van de hele wereld is. 'Was', had ik hem verbeterd, me de voor Turkije smadelijke afloop van de 1e WO herinnerend. Nee hoor, het was nog steeds zo, zei het wijsneusje tegen me, de meester op school had het zelf gezegd. Ik kreeg gelijk een heel ander beeld van de Turken. Waren ze daarom zo vrijpostig en brutaal ? Maar ik realiseerde me tegelijkertijd dat het in mijn tijd in Nederland niet anders was geweest. Leerden we tijdens de vaderlandse geschiedenis ook niet voornamelijk over de grootse daden van onze volkshelden ? "Piet Hein, zijn naam is klein, zijn daden benne groot, hij heeft gewonnen de zilvervloot !" Jaja, het is natuurlijk wel gevaarlijk kinderen al op jonge leeftijd te hersenspoelen, vooral als het over de grootheid van de eigen natie gaat. Van deze nationalistische waangedachten komen alleen maar onaangename oorlogen voort. Heerste er op dit zelfde ogenblik dat wij in de Blauwe Moskee zaten, niet een staat van beleg in Turkije, na de staatsgreep van 1980?
Na ons bezoek aan deze indrukwekkende Moskee was het al te laat geweest om nog naar de Aya Sofia te gaan, die iets verderop lag. We liepen naar het Hilton Hotel waar vroeger de KLM bemanningen hadden geslipt. We bewonderden de prachtige uitzichten op het water vanuit de grote ramen in de receptie hal. Jammer dat we nu in een voorstad bivakkeerden.
Buiten op straat was het verwonderlijk stil. Wie gaat er nu gezellig uit als er zoveel miltairen rondlopen en er een avondklok is ingesteld ?
Met de taxichauffer op de terugweg waren er nog enige strubbelingen, iets wat met geld te maken had, maar al met al was het een geslaagd uitstapje geweest.

De vuurtoren, ons oorspronkelijke doel, hadden we niet kunnen bereiken, dus klommen we weer de berg op en liepen langs villa's, omringd door hun weelderige tuinen, terug naar ons hotel.
De volgende morgen hadden we weer vroeg calling-time. Het was tijd om naar bed te gaan.

Geen opmerkingen: