zondag 8 augustus 2010

Bio Vakantie Oord Aruba

Een paar dagen slippen op Aruba, dat wilde iedereen wel. Ik had enthousiaste verhalen van mijn collega's gehoord, dat je zo vanuit de deur van je hotelkamer, het witte, blinkende zand op kon lopen, de turquoise zee in.
Deze reis, die bekend stond als het 'Bio Vakantieoord' moest je een half jaar van te voren aanvragen, want anders kwam je er niet op. De eerste keer was mijn poging mislukt, omdat we op de heenweg wegens mist in Lissabon waren gestrand en de volgende nacht doorgestuurd werden naar Rio.
Eindelijk was het dan gelukt en vol verwachting keek ik vanuit de crewbus naar het vlakke, kale landschap en naar de straten van Oranjestad, waar ik weinig spectaculairs zag, behalve dan wat felgekleurde koloniale geveltjes. En verder...wie kijkt er nu graag naar olie-raffinaderijen ?
In het hotel aangekomen kreeg ik inderdaad een bungalow aan het ( weliswaar opgespoten) strand, een terrasje voor mijn deur, met vlak voor mijn neus het beloofde uitzicht op strand en zee.

















Mijn DC10 bemanning was heel gezellig en de twee co-piloten hadden ons in Lissabon meegenomen naar het marineschip MS Banckert van de Nederlandse Koninklijke Marine,












MS 'Banckert'

dat in de haven aangemeerd lag. Eén van de vliegers, Henk, had als helicopterpiloot bij de KM gevlogen en ging even zijn oude maatjes opzoeken, die ons heel gastvrij een rondleiding gaven. Het was verhelderend om te zien onder welke, vaak claustrofobische, omstandigheden de bemanning op zo'n schip moet leven. Daarna hadden we nog gezellig gegeten bij 'Bom Jardim.'

De eerste dag wat gezwommen en 's avonds gegeten in een, door de Amerikaanse toeristen veel bezochte, steaktent. Langs het strand teruggelopen en buiten nog een afzakkertje genomen.
Voor de volgende dag hadden we drie buggy's gehuurd om het eiland te gaan verkennen. De mannen deden een wedstrijdje en scheurden, zo hard als dat gaat met die karren, over de hobbelige wegen.
Gerrit was in een overmoedige bui en toen we even op een strand zouden stoppen om naar de woeste golven te gaan kijken, stuurde hij, à la James Bond, heel romantisch onze auto de branding in. Iedereen vond het prachtig ! Alleen... toen hij in zijn achteruit terug het strand op wilde rijden groeven de wielen zich onmiddellijk diep in het zand weg. O jee... We gingen met zijn allen stenen in de omgeving zoeken en legden die onder de achterwielen, zodat de auto niet nog verder weg zou zakken. Helaas lukte het ons niet het karretje vlot te trekken en na een tijdje vruchteloos aanmodderen ging Henk hulp halen in een dorpje dichtbij.

















buggy in de branding

Hij kwam terug met een aantal Arubanen in een takelwagentje, en... met een krat pils. Dat laatste was goed gedacht, want op het strand was geen enkele beschutting tegen de zon te vinden en de hardwerkende mannen kregen al gauw veel dorst !
Gelukkig slaagden ze er na een uur of wat in, de buggy uit het water te trekken, en tot onze verbazing startte de motor onmiddellijk, hoewel er flink wat zeewater onder de motorkap moet zijn gespoeld. Door de opgelopen vertraging moesten we onze plannen aanpassen en we besloten eerst maar eens te gaan lunchen in het dichtbij gelegen, slaperige, dorpje. Op het dorpspleintje zaten wat mannen te dobbelen en te kaarten; die hadden kennelijk geen werk. Ach ja, wat moet je dan anders doen in zo'n gat ? Na de lunch reden we tussen cacteeën door naar de 'natural bridge' een brug van koraal die voor de N.O. kust ligt. De golven van de branding rolden onder de brug door en natuurlijk moesten we in allerlei standen vóór en op die brug poseren. Ditmaal geen buggy, maar 'broekjes in de branding!'
























Helaas hadden we door de vertraging op het strand geen tijd meer gehad om nog iets anders te gaan bekijken, bovendien moesten we op tijd terug zijn voor de BBQ, die georganiseerd was ter ere van de laatste reis van de BWK.
Het was nog even spannend of we de borgsom voor de buggy, die een paar uur in zee had gestaan, terug zouden krijgen, maar gelukkig checkten ze bij het verhuurbedrijf niet onder de motorkap, ze vertrouwden die vliegers van de KLM voor de volle 100% !
De volgende dag vlogen we terug naar Amsterdam. Vlak na de start zag ik uit het raampje de olieraffinaderijen voorbij glijden.

















Vond ik het jammer om van dit eiland te vertrekken ? Ik bedacht me dat ik, behalve het avontuur met de buggy, eigenlijk niet veel over het eiland verhalen kon. Er was gewoon niet zo veel te beleven, tenminste als je niet van zand, zon, cacteeën en gokken (en tegenwoordig disco' s (( denk aan Joram van der Sloot))) houdt en niet te vergeten van die eeuwige, harde passaatwind. Ik had het na die ene keer wel gezien.

Ayo Aruba!