zaterdag 9 januari 2010

Verliefd

Het was 's morgens vroeg en ik reed op mijn fiets door de stille straten van de stad naar de halte van de KLM-bus, die achter het Centraal Station vertrok. Ik dacht erover na, dat hoewel ik een hekel heb aan vroeg opstaan, het toch wel iets romantisch had zo helemaal alleen over straat te gaan in de anders zo drukke en lawaaierige stad. In de lente werd ik op mijn fietstocht begeleid door het melodieuze lied van de merels; in de zomer was het het geheimzinnige gesjirp van de krekels en in de herfst reed ik door een nevelige stad en rook de geur van afgevallen bladeren. Nu was het hartje winter, de thermometer wees - 15 graden C aan en het wegdek was bedekt met ijskristallen. Ik was op weg naar de bus van 06.00 uur, want ik moest om 7.00 uur op Schiphol melden, dat was nu eenmaal de consequentie als je purser op de DC 9 was.
Week in, week uit, stond ik vaak al om 7.00 uur 's morgens op het bemanningencentrum omdat de meeste vluchten binnen Europa tussen 8.00 en 9.00 uur vertrokken. Het was een vermoeiende maar ook wel een gezellige tijd, omdat de groep pursers op Europa betrekkelijk klein was. Als we elkaar bij Operations tegen het lijf liepen hadden we niet zelden de volgende conversatie:
'Hé Vince, met welke captain vlieg jij vandaag ? '
'Hou je vast ! Ik ga met Appelsientje! '
'Nou, dan heb je nog geluk gehad,' riep Dick, 'want ìk moet met Kerosientje!'
'Ha, ha, jongens,' kwam ik er tussen, ' over geluk gesproken : ik heb Doodstra!'
Ze gaven het ruiterlijk toe: dat was echt het ergste wat je kon overkomen.
Gelukkig waren de meeste vliegers wel aardig ; er waren er zelfs een paar bij die best de zonde waard waren.

Nadat ik me gemeld had, mijn kas had opgehaald, bij Operations langs was geweest voor de passagiersinformatie en mijn Tax Free had besteld, kwam ik weer beneden om mijn postvakje leeg te maken. Er lag een brief in. Ik had hem net in mijn tas gestopt om hem later op mijn gemak te kunnen lezen, toen ik de schrijver ervan in het oog kreeg die bij de balie in de boeken stond te bladeren. Hij was net aangekomen uit Afrika en keek verheugd op toen ik hem aansprak.
'Waar ga je naar toe ?'
'Ik moet naar Genève met een kleine DC 9 en dat ding zit zo provisorisch in elkaar dat daar alleen maar héle intelligente mensen op mogen werken. Daarom moet ik wel.' Hij grinnikte. Niels van het meldingsbureau, die een grote kar voortduwde, liep ons voorbij. Meewarig keken we naar zijn, door de inspanning, rood aangelopen gezicht.
Ik vertelde dat Niels tegen me had gezegd dat hij na een maand vakantie altijd een maand ziek was. Nou, dat begreep hij wel, als hij het werk van Niels zou moeten doen, zou hij na drie weken gek worden. Ik kreeg dan een baan als psychologe om alle gekken op te vangen. Hij moest dan iedere dag ter observatie bij mij langs komen en ik zou promoveren op zijn geval. Ik zou hem wel genezen, maar dat niet vermelden in mijn proefschrift, want anders ging mijn promotie niet door!
We lachten. 'Heb je even tijd om koffie met mij te gaan drinken ?' vroeg hij.
'Ja, hoewel... ik moet over tien minuten "briefen" '
We liepen naar de koffiemachines die onder en achter de trap stonden. Daar waren we tenminste even uit het zicht van de meeste collega's. Hij trok zijn neus naar me op en keek me glimlachend aan.
'Hoe gaat het nu met je ? '
'Goed, en met jou? '
'Ook goed, hoewel... ik heb het eigenlijk veel te druk.'
We zwegen even en keken elkaar in de ogen.
'Waar denk je nu aan? ' vroeg hij na een tijdje.
Ik kreeg het warm omdat ik eraan dacht hoe fijn het zou zijn als we nu ergens ter wereld helemaal alleen met zijn tweeën konden zijn.
























'Hmmmm...' zei ik, 'dat vind ik eigenlijk te moeilijk om nu hier, achter de koffiemachines, te zeggen.'
'Hello, young lovers!' Een collega kwam ons storen om met zijn kwartje een bakje espresso uit de machine te halen. We wachtten tot hij weer verdwenen was.
'Kan je er dan geen rebus van maken, zodat ik die kan lezen als ik weer moet vliegen ?'
Gekke man, hoewel ik in mijn fantasie al aan het tekenen was geslagen.
'Wat doe jij de komende weken? 'vroeg ik, want misschien konden we samen een nachtstop maken. Zelfs Tel Aviv was te prefereren boven een koffiemachine.
'Reserve, beschikbaar en allemaal vroege Londens want er is route-instructie, dus alle vluchten zitten vol. En jij?'
' Allemaal DC9-cycli, maar zo nu en dan heb ik een nachtstop of een wat langere vlucht op de DC 8.'
'Als de route-instructie achter de rug is zal ik kijken of ik iets aan mijn indeler kan ontfutselen. 'Goed ? '
'Goed !'

Ik moest gaan" briefen" en daarna aan boord. De hele reis liep ik met een glimlach op mijn gezicht.

In de bus naar huis keek ik zo nu en dan naar het witte landschap, terwijl ik gekke tekeningen zat te verzinnen voor de rebus.
Het was koud en glad en het begon te sneeuwen toen ik naar huis fietste, maar ik merkte er niets van. De volgende dag zou ik een verrassing in iemand's postvakje stoppen.