woensdag 29 april 2009

Beethoven in Baalbek
























Sommige dingen blijven je helderder voor de geest staan dan andere, maar toen A1 me onlangs vanuit Hanoi schreef, dat hij vanuit zijn hotelraam het Operagebouw kon zien waarbinnen op dat moment de 7e symfonie van Ludwig van Beethoven werd gespeeld, kwamen de beelden van onze tocht naar Baalbek, 35 jaar eerder, weer bovendrijven.
Het was augustus 1973 en ik maakte de laatste reis van mijn 5-jaarscontract naar Singapore met op de heenweg vier dagen overstaan in Beirut. A1 had een paar dagen vrij genomen om het eerste stuk van de reis met me mee te kunnen maken.
In Beirut huurden we een Volkswagen 'Kever' en gingen vol goede moed op stap, ondanks het feit dat de politieke situatie nog steeds onstabiel was na de schermutselingen van een paar maanden daarvoor, toen ik met mijn bemanning een week had vastgezeten. We hadden gehoord dat het Russische Staatsorkest de volgende avond in de tempel van Bacchus in Baalbek een openluchtconcert zou geven en daar wilden we naar toe! Om in Baalbek te komen waren er volgens de kaart twee mogelijkheden, de ene was via de weg naar Damascus en dan bij de Bekaavallei afslaan naar Baalbek, òf... maar dat wisten we niet zeker, via het noorden en de ceders van Libanon een bergpas oversteken. Op de kaart stond een weg getekend, maar het was maar een klein streepje. Bestond hij echt of was het een geitenpaadje ? A1 is avontuurlijk aangelegd en natuurlijk wilde hij die weg proberen, hoewel het gevaar bestond dat als het een onberijdbare weg bleek te zijn we niet op tijd voor het concert in Baalbek zouden aankomen.
We lunchten hoog in de bergen waar de laaghangende wolken aan de ceders, die we vanuit het raam van het restaurant zagen, een mysterieuze uitstraling gaven. Daarna ging het verder omhoog. De weg werd alsmaar smaller en ging over van asfalt in harde aarde. We zagen een
hele lange tijd geen hand voor ogen en vroegen ons af of het wel verstandig zou zijn om verder te rijden, maar ineens kwamen we uit de wolken en tegen de stralende blauwe hemel tekende zich het silhouet af van een eenzame soldaat met een machinegeweer in de aanslag, die ons maande te stoppen. Hij wilde onze paspoorten zien. Achter hem zagen we de Bekaavallei, met als decor een besneeuwde bergrug, die hij helemaal in zijn eentje moest bewaken. We vertelden dat we toeristen uit Nederland waren, die naar Baalbek onderweg waren voor een concert. Hij geloofde ons gelukkig en liet ons door.
























De weg werd na een tijdje weer verhard en we kwamen zonder verder aangehouden te worden in Baalbek aan, waar we in het Hilton Hotel wilden overnachten, maar dat ging niet omdat het hotel vol zat met de orkestleden. Dat was nog niet het ergste, want alle hotels in de stad bleken vol te zitten. Gelukkig wist de receptionist nog wat adresjes van vrienden die bungalows in de huur hadden, zodoende kwamen we terecht in een afgelegen streek buiten Baalbek, waar het heerlijk rook naar dennengeur en het gesjirp van de cicaden de stilte benadrukte.
Die avond zaten we, onder een heldere sterrenhemel in de tempel van Bacchus, te luisteren naar de zevende symfonie van Ludwig van Beethoven, uitgevoerd door het Russische Staatsorkest o.l.v. Kyril Kondrashin. De prachtige muziek in deze indrukwekkende omgeving maakte me melancholiek. Ik voelde het als een afscheid van vijf prachtige jaren, die nooit meer terug zouden komen. Vanaf de omringende muur klonken kinderstemmen, die nog onbekommerd door de muziek heenpraatten.
Na het concert togen we naar het "After Concert Supper' in het Hilton Hotel, waar we een tafeltje hadden gereserveerd. Daar zaten we samen met de leden van het orkest bij kaarslicht te eten, omdat de elektriciteit was uitgevallen. Op de tast, gelukkig hadden we een klein zaklantaarntje bij ons, vonden we diep in de nacht onze bungalow weer terug, waar we vermoeid over zoveel verschillende ervaringen in slaap vielen.
De volgende dagen werden we nog vele malen aangehouden door militairen, vooral toen we probeerden naar het zuiden te rijden, zodat we, geschrokken door de dreigende houding van de gewapende soldaten, maar besloten in de buurt van Beirut te blijven.
We wisten toen nog niet dat twee maanden later de Yom Kippoeroorlog zou uitbreken en een KLM-vlucht vanaf Beirut zou worden gekaapt.

zaterdag 11 april 2009

Mexico-reis

We stonden allemaal klaar op het bemanningencentrum voor onze reis naar MEX via YMX toen we te horen kregen dat er gestaakt werd in Montreal en dat we daarom rechtstreeks naar Houston zouden vliegen en daar 24 uur over zouden staan. Ik had er wel eens, in mijn eentje, een korte nachtstop gemaakt, maar verder was het terra incognita voor mij en eveneens voor de anderen.
Toen we na vele uren vliegen daar aankwamen had de stationmanager een verrassing voor ons: voor de volgende dag had hij een bus met gids besteld die ons de omgeving van Houston zou laten zien.
Het was grijs weer en het landschap was vlak en saai. Voor de eerste stop werden we uitgeladen bij het Johnson Space Center: het Skylab/Space Shuttle Training Center en tevens de plaats van het beroemde Mission Control waar de astronauten contact mee onderhouden vanuit de ruimte. We kregen een leuke rondleiding langs de trainingsfaciliteiten en verbaasden ons over de kleine capsule waarin de eerste astronauten hun rondje om de aarde hadden gedraaid.
























Na deze interessante excursie werden we langs de villas gereden waar John Glenn, Alan Shepard, Gus Grissom, Neil Armstrong e.a. plus hun families hadden gewoond tijdens hun verblijf in Houston. Niet veel aan te zien, net zo weinig interessant als de huizen in Hollywood waar( ooit eens) beroemde filmsterren hun domicilio hadden/hebben.
Daarna bekeken we het strand van Galveston dat er verlaten uitzag, op wat vogels na.
De volgende uitspanning was een ècht toeristisch uitje: 'Seaworld' of i.d. met een heuse dolfijnenshow. De eerste in dit genre die ik zag. Dit soort dolfinariums zouden zich daarna, als een virus, over de hele wereld verspreiden. Zelfs in Harderwijk, of all places, kwam er één.
Nog even een uurtje slapen en toen was het calling-time voor onze vlucht naar Mexico.
Ook daar was het niet erg warm en zoals altijd hing er zo'n vale sluier over de stad veroorzaakt door de uitlaatgassen. Gecombineerd met de grote hoogte waarop de stad ligt was de kans op hoofdpijn dan ook groot. Daarom zaten we de volgende morgen een beetje duf aan de huevos rancheros en bespraken onze plannen. We splitsten ons in twee groepen op: een culturele en een shopgroep. Ik sloot me aan bij de mensen die een bezoek wilden brengen aan het beroemde Anthropologische Museum. Het was een schitterende ervaring, de uitgestalde voorwerpen overtroffen al mijn verwachtingen. De keramiekverzameling, de beelden en uiteraard de wereldberoemde Azteekse zonnekalender, waarvan de kopie bij bijna alle KLM-ers van mijn generatie wel ergens in hun huis aan de muur hing, waren smaakvol over de zalen van dit lichte en moderne museum verdeeld.
























Na ons bezoek liepen we langs wat winkels en in één etalage zagen we voorwerpen van papier-mâché in mooie felle Mexicaanse kleuren zoals geel, oranje, rood en blauw. Daardoor aangetrokken liepen we naar binnen en na lang aarzelen òf ik de Flower Power blauwe kat met rode bloemen òf de gele met oranje bloemen zou kopen, won de laatste het, door het optimisme wat hij uitstraalde.
Die avond gingen we, zoals gewoonlijk als we in Mexico waren, na het eten nog even naar Plaza Garibaldi om een afzakkertje te nemen. De mariachi 's kwamen gelijk op de KLM-bemanning af, want ze herkenden ons altijd meteen. Welk lied moesten ze spelen ? Omdat niemand wat wist speelden ze maar het allerbekendste lied : ' Cielito lindo':
"Ay, ay, ay, ay, canta y no llores
porque cantando se alegran
cielito lindo, los corazones"
De meeste bemanningsleden waren van het stille soort, behalve één stewardess, die ratelde en ratelde maar en over allemaal van die banale dingen, tenminste dat vond ik. Ze werkte in de Royal Class en ik was de lounge-stewardess. Helaas lagen we elkaar, al vanaf het moment dat we elkaar, vier jaar eerder op Europa, hadden leren kennen, helemaal niet. Ze had tijdens deze reis steeds meer het gezelschap van de hofmeester KV gezocht, die bij ons in de pantry stond. Een hele aardige jongen, die kennelijk niet zo gecharmeerd van háár was, als zij van hem. Tot mijn grote verbazing ging hij naast me zitten en pakte mijn hand. Wat kregen we nou ? Hij keek me aan en knikte nauwelijks opmerkbaar naar opzij, waar zij zat. Dat is natuurlijk ook een manier om van iemand af te komen, al zijn er betere.
De volgende dag hoorden we dat we via Houston, gelijk door naar huis zouden vliegen. Hiermee zouden we wel de maximaal toegestane werktijd overschrijden, maar daarvoor zouden we later gecompenseerd worden met extra vrije dagen.
De werksfeer was niet goed, omdat de R.Cl. stess flink kwaad op mij was, omdat ze dacht, dat ik de hofmeester van haar had afgepakt. Ze gaf me een lesje in morele waarden; ik, als getrouwde vrouw zou van andere mannen af moeten blijven, vooral van arme, onervaren hofmeestertjes. Die stond stiekem achter het gordijn te grinniken, kwam er toen achter vandaan en streelde mijn arm. Pestkop.
Later, toen we samen rusttijd hadden keken we naar de film "Patton", die net uitgekomen was. Een prima film voor zo'n lang traject, want hij duurde, geloof ik, meer dan drie en een half uur.
We kregen haast medelijden met onze collega, die zich maar bleef opwinden over onze vermeende ontrouw.
Op Schiphol ging ieder, met de souvenirs in de koffer, weer zijns weegs. ¡ Hasta luego, amigos!
De R.Cl. stess zat een jaar later bij mij als passagier aan boord, ze was op huwelijksreis met een collega. Gelukkig, toch nog een happy end.




donderdag 9 april 2009

Vrolijk Pasen
























We waren klaar met het serveren van het diner aan de Royal Class passagiers en de film was net begonnen. We zaten op het klapbankje bij deur 21 van de B747 en hadden een paar uur wacht voor de boeg. Na het eten en het lezen van de krant drentelden we zo nu en dan wat rond. We hielden ons bezig met kleine klusjes, zoals het overgebleven fruit in stukjes snijden en aan de crew uitdelen, de kas tellen en de voorbereidingen treffen voor het ontbijt, dat vóór aankomst geserveerd moest worden. 
We zouden op de ochtend van 1e Paasdag op Schiphol aankomen en toen we de eieren telden, kreeg ik een lumineus idee: als we nu eens bij iedere 1e klas passagier een gedecoreerd ei op hun plateau zetten ? Als ze dan hun ogen opendeden, was het eerste wat ze zouden zien een vrolijk paasei. Dan hadden ze misschien toch nog vrede met het feit, dat ze het paasontbijt met hun familie zouden moeten missen. Mijn maatjes vonden het een leuk idee, dus kookten we een aantal eieren en toen ze afgekoeld waren gingen we aan de slag met viltstiften en de kleurpotloden, die speciaal voor kinderen aan boord zijn. Onze creativiteit kende geen grenzen en vrolijke gezichten, konijntjes, kuikentjes, bloemetjes en geometrische patronen sierden algauw de eitjes. 
Toen het zover was zetten we trots het plateau voor de passagiers neer en wensten hem/haar een Vrolijk Pasen. De meeste mensen begonnen te glimlachen toen ze hun ei gewaarwerden en wensten ons  hetzelfde. Behalve één meneer. Toen hij het ei zag, wees  hij erop en zei verontwaardigd dat hij geen gekookte eieren lustte en dat hij scrambled eggs wenste met bacon. Toen ik hem verzekerde dat hij die natuurlijk ook kreeg, keek hij me kwaad aan en zei tegen me dat ik het gekookte ei moest weghalen, want het stond in de weg.  
We vroegen ons af, wat er met hem aan de hand was, maar wat het ook was :  hij was duidelijk geen 'happy bunny'. Hopelijk was er iemand op deze wereld, die hem wèl aan het lachen kon krijgen.

In het bemanningencentrum op Schiphol namen we afscheid van elkaar en gingen blij naar huis. Die avond zouden we genieten van een heerlijk paasdiner, samen met onze familie en geliefden.