woensdag 2 april 2008

Nieuwjaar in Tokyo





















SUNCAPPED
The white stork wears a cap as round and red
As sunrise seen behind Mount Fuji's head.
-HÔ-Ô


De tijd vloog om en na het Kerstfeest, wat in Japan helemaal niets voorstelt was het tijd om Nieuwjaar te vieren, wat voor de Japanners de belangrijkste dag van het jaar is. Op oudejaarsavond was de KLM-bemanning uitgenodigd voor een diner in het Tokyo Prince Hotel. Ik zat aan tafel met de cockpitcrew en de KLM-vertegenwoordiger in Japan, een hele aantrekkelijke en charmante man, helaas een beetje te oud voor mij.
Met hem kon ik het goed vinden en samen dronken we rode wijn en dansten we op de 60-er jaren muziek. De captain was kwaad, want hij had al laten weten dat hij een oogje op me had, maar ik negeerde hem de hele avond. De volgende dag kwam hij zijn geld terugvragen dat hij aan mij had besteed ( een paar kopjes koffie en een paar treintickets, die hij voor me afgerekend had, ondanks dat ik aangeboden had voor mezelf te betalen ).























Op nieuwjaarsdag, togen we, met nog een paar miljoen Tokyoieten naar het Meiji Park om de zegen van de Goden te vragen voor het nieuwe jaar. De Japanners bijna allemaal in kimono, wat een prachtig gezicht was. Het geluid van het geschuifel van houten slippers over grint ( van de brede laan naar de hoofdtempel) was oorverdovend. Bij de tempel stonden stalletjes waar je briefjes kon kopen, waarin de toekomst voor het komende jaar werd voorspeld; zoiets als de briefjes, waar het 'fortune cookie' in verpakt zit bij de 'Chinees'. Die briefjes werden vastgebonden aan de takken van een oude ceremoniële boom. Helaas waren de teksten in het Japans geschreven, dus voor ons niet leesbaar.
Met mijn Olympus Camera maakte ik vele opnamen, helaas in dia's, die prachtig zijn om naar te kijken op een groot scherm, maar die later nooit meer worden bekeken, omdat ze ergens achter in een kast in een doos zitten.
Nog één maand te gaan en dan moest ik weer naar huis, maar ik had helemaal geen zin !
Het was wel vleiend, dat in die laatste weken een paar mannen terugkwamen, naar later bleek speciaal door hen aangevraagd, om mij weer te kunnen zien. Ze namen Nederlandse kaas mee en drop en stonden ineens, onverwacht, voor mijn deur. Jammer genoeg waren dat niet de mannen waar ik iets voor voelde, maar om niet onaardig te zijn ging ik met ze uit en voelde me daarbij zeer ongemakkelijk. Had ik verkeerde signalen afgegeven ? Er was toch echt niets onvertogens gebeurd de vorige keer? Zo draaide ik me in allerlei bochten om ze niet voor het hoofd te hoeven stoten en toch van ze af te komen.
Ik nam me voor niet mijn goede humeur te verliezen en volop te gaan genieten van die laatste paar weken van mijn vrijheid.